Op deze pagina kan u de derde aflevering van onze podcast beluisteren, alsook enkele bijhorende foto’s uit het archief bekijken. Er is ook een geschreven versie van de podcast beschikbaar, deze kan u bekijken door op ‘Bekijk uitgeschreven versie podcast’ te klikken hieronder.
Podcast: Aflevering 3
Bekijk uitgeschreven versie podcast
PODCAST Merchtem tijdens de Tweede Wereldoorlog: tussen collaboratie en verzet
AFLEVERING 3: De Fordgarage (symbool op de kaart: Krekelendries 11 – collaboratie) – stemmen: Joren Degreef en Lennart Lafère (6 WeWi)
3.0: Intro: August De Boeck – Piano Concerto
3.1: Welkom bij deel 3 van onze podcast met als thema Merchtem tijdens de Tweede Wereldoorlog tussen collaboratie en verzet.
In dit deel gaat het over de in Merchtem alom bekende Fordgarage.
Je ziet de gevel van de garage ook op het logo dat we aantroffen in het archief van de Heemkundige Kring.
Welk stukje ‘vergeten’ geschiedenis schuilt er achter deze mooie en beschermde gevel?
3.2: In een onlinekrantenartikel uit 2016 lezen we hoe de voormalige Fordgarage ‘opgetrokken in modernistische stijl’ ‘een rijke geschiedenis’ torst. De garage werd in het begin van de jaren ’30 gesticht door Alfred George en was toen een van de grootste Ford-garages van het land. In het bureau van de toenmalige zaakvoerder Johan Thomas hing toen nog een portret van de stichter. “Deze garage was zeer toonaangevend want in 1948 bracht de Amerikaan Henry Ford, de eigenaar van het merk, in hoogsteigen persoon een bezoek aan Merchtem”, zo vertelde – volgens het artikel – Mr. Thomas.
Vreemd, want Henry Ford – over wiens lopende band we in de geschiedenisles hoorden – overleed reeds een jaar eerder in 1947. We beschouwen deze anekdote dan ook beter als een urban legend.
3.3:
a
In het archief van de Heemkundige Kring van Merchtem vinden we echter een ander ‘vergeten’ verleden van de garage.
We lezen de frustraties bij de toenmalige Merchtemse burgemeester Vanginderachter in een brief van 5 december 1944 aan het Ministerie van Landsverdediging. Alfred George wordt er onomwonden een ‘collaborateur’ genoemd. De burgemeester heeft het niet alleen over allerlei voorwerpen die zich in de garage zouden bevinden en die George tijdens de oorlog op een onrechtmatige manier verkregen zou hebben, maar ook over bescherming van George van hogerhand. We lezen:
b
‘Hoe is het toch mogelijk dat het Ministerie van Landsverdediging den heer George, waartegen zware beschuldigingen werden neergelegd inzake burgertrouw, waartegen de gansche Merchtemse bevolking zich zal inspannen en blijven inspannen tot hij zijn verdiende straf ontvangt, hoe is het toch mogelijk dat dit gewetenloos heerschap, door uwe diensten of ondergeschikten in bescherming wordt genomen en zelfs wordt te werk gesteld.’
In een brief van 8 februari 1945 uit de burgemeester opnieuw zijn ongenoegen over de zaak en meer bepaald over de Recuperatiedienst van het leger. Fred George lijkt beschermheren te hebben: ene Generaal de Hennin de Boussu-Walcourt.
‘Ik neem het [derhalve] tot plicht U erop te wijzen […] dat het materiaal van George sedert de opname door ons gedaan is aangegroeid en ik nog een andere opslagplaats heb ontdekt van allerhande voorwerpen die den stempel dragen van den vijand.’
c
De vertrouwelijke band tussen George en de Duitsers begon volgens deze uittreksels al kort na de start van de oorlog:
‘Begin der vijandelijkheden in 1940 werd George en zijn dochter Caroline, met duitschers vóór het venster gezien toen ze champagne of wijn aan ’t drinken, waren.’
En de band bleef nadien ook goed, we lezen:
‘Telkens er duitsche officieren in de garage kwamen, werden ze door George, in zijn private woning geleid alwaar ze dan goed aten en dronken.’
En we lezen verder:
George, betaalde voor duizenden frank aan drank voor de duitschers, in de herberg Putteman, te Wolvertem.
d
Zijn arbeiders, althans volgens de getuigenissen, werden veel minder goed behandeld. Zij die ontslag wensten te nemen of door Ford [Fred George] ervan verdacht werden niet hard genoeg te werken of zelf goederen achter te houden werden bedreigd, met het sturen van hen naar Duitsland of zelfs de kogel, nochtans verdiende bij zelf genoeg aan hun arbeid, zo lezen we:
‘George, reklameerde op zijne gasten dat ze niet ijverig genoeg werkten en bedreigde hen met te zeggen dat hij hen naar duitschland zou doen steken. Hij trok voor sommige gasten 20 frank per uur en betaalde hen slechts 25 frank per dag.’ […]
‘Hij was een tweede Fuhrer in zijn garage want bijna wekelijks hield hij redevoeringen voor zijne gasten en zegde hun beter te moeten werken daar hij anders niet genoeg verdiende en dat hij dan verplicht was zijn gasten naar huis te sturen want dat hij nog geld moest toeleggen.’
e
Ford bleek – althans volgens de tegen hem afgelegde getuigenissen – betrokken te zijn geweest bij een hele zwendel met wisselstukken van wagens. We lezen:
‘De verdeeler van Ford, te Luik, een goed patriot, verkocht wisselstukken aan George, op voorwaarde dat ze gebruikt werden voor herstellingen aan voertuigen van burgers. George kocht ze en voerde ze onmiddellijk naar de magazijnen der Werhmacht […]. Van den bijkomende rantsoenen welke George, voor zijne werklieden ontving, hield hij het grootste deel voor zich en voor zijne vrienden.’
f
‘Gansch den oorlog heeft George, in zijne garage herstellingen van vrachtwagens voor de duitsche Wehrmacht uitgevoerd. Ten bewijze dat hij gecollaboreerd heeft, haal ik het volgende aan: Hij heeft steeds zelf zijne garage bestuurd. Hij heeft zelf werklieden aangeworven om in zijn garage te werken. Rond juni 1940 had hij slechts een tiental werklieden in dienst en dit getal steeg in 1944, tot meer dan 50.’
g
Hoe liep het met George af?
h
Op 4 september 1944 werd Alfred George, door de Weerstandsgroeperingen van Merchtem aangehouden. Na drie dagen in de gemeentejongensschool vandaag [de Gemeentelijke Basisschool] de Plataan [in de Stationsstraat] te zijn opgesloten, werd hij samen met de andere politieke gevangenen, overgebracht naar het fort van Breendonk. Diezelfde avond nog, werd George, er buitengehaald door Baron [de Hennin] de Boussu Walcourt, en in vrijheid gelaten. De burgemeester zou er zich tot lang daarna nog over opwinden. Diezelfde die zich – volgens de getuigenissen – persoonlijk inliet met het opmaken van de inventaris, maar daar zeker geen haast bij maakte, wierp dan nog eens zijn gewicht in de schaal om Fred George uit de handen van de repressie te halen.
3.4: We luisteren nog een laatste keer naar Droesbeke.
3.5:
interview – 22 maart 2023 – afgenomen door Amber Gysens (6 LaWi) en Frederik Van den Broeck (leraar)
Jean-claude Droesbeke: En mijn naaste gebuur, dat was de dochter van Fred George, en wij zagen elkaar, want wij waren alletwee van Merchtem, en dan was dat, die mevrouw leeft nog vandaag, ik veronderstel dat zij nog leeft, zij woont in Imde, en dan was dat, jah, uw vader was niet correct hé, mijn vader was correct, en dus en dan sla ik toe en dan zeg ik niets meer, maar ik heb daar wel over horen vertellen, ik heb zelfs horen vertellen, hier, Fred George dat was een mijnheer die in Steenhuffel een fietsenwinkel had en die is van fietsenwinkel geëvolueerd naar garage, en dan heeft hij dat hier uitgebouwd, Ford, maar dat was een ongeletterde mens, want als ge eens gaat kijken, in de ingang van de garage staat er een plakkaat, een borstbeeld van Baron ‘____’, ik weet zijn naam niet meer, en dat was de rechterhand van Fred George, want Fred George kon niet schrijven, kon niet lezen, en die mijnheer, die was een baron zonder geld, zal ik zeggen, en Fred George had geld vermits die goede zaken deed, en die heeft die een appartementje gegeven hierboven [boven de garage], maar in ruil moest die dan hem helpen bij zijn zaken.
Frederik Van den Broeck: En weet u dan wat er tijdens de oorlog zou zijn gebeurd in de garage? In hoeverre hij [Fred George] een ‘zwarte rol’ heeft gespeeld?
Jean-claude Droesbeke: Neen, neen, daar weet ik niets van, dat zou kunnen dat dit ergens in die dossiers zit, maar daar weet ik niets van.
3.6:
Wat weet Droesbeke? Wat weet hij niet? Wat wil hij zeggen? En – met de hem kenmerkende voorzichtigheid – wat niet? In hoeverre kloppen de reeds geciteerde getuigenissen?
Loop zeker ook eens binnen als de zaak open is tot in de gang en groet het borstbeeld eens.
Welke rol die Baron de Coninck in het hele verhaal speelt, is ons voorlopig onduidelijk.
De naam Fred George duikt ook op in een interview met Paul De Bondt dat Emily, Lucas en Lennart afnamen.
3.7: interview – 11 februari 2023 – met Paul de Bondt – door Lucas Urban, Emily Deremaux en Lennart Lafère (6 LaWi en 6 WeWi)
[Lucas Urban: Kent u een collaborateur – iemand die met de Duitsers heeft samengewerkt – die van hier [Merchtem] kwam?
Paul de Bont: Ja, er waren er ook van hier, maar ja, … laat ons zeggen …
Lucas Urban: Waren er ook grote bij of waren dat eerder kleine [collaborateurs]?
Paul de Bont: Ja, dat waren er allemaal, laat ons zeggen, er was geen enkele die ik kende die bij de Gestapo was, neen, neen … ja op de Markt, waar nu dat huis, er is daar een huis … waar ze met een auto hebben ingereden en dat huis is afgebroken geweest en dat huis is afgebroken. Daar was het ouders huis van Hector Borremans. Die woonde daar. Ik ben daar nog kisten gaan halen tijdens de oorlog, die deed in fruit, met zijn vrachtwagen, en ook een magazijn op de Bosbeek [Peizegem], lege kisten gaan halen en in den Bosbeek afgeladen, en die was, laat ons zeggen, ‘werkte zo’n beetje voor de Duitsers’ en die Frans Heyvaert die doodgeschoten door die Verbelen is, die had een werkvergunning, die had een paspoort, die moest niet gaan lopen, maar ja ‘de Gestapo!, de Gestapo!’, en iedereen gaat lopen en hij is doodgeschoten, maar in feite die moest niet gaan lopen, die had een werkvergunning, die werkte bij Hector Borremans, en die is na de oorlog opgepakt, nog veel mensen, door ’t verzet, en die hebben daar 14 dagen in ’t school [de Plataan] gezeten ‘dat waren gaan deugnieten’. Fred George, ook, van de garage, die hebben ze ook opgepakt, die waren voor de Duitsers, maar ‘dat waren geen deugnieten’, die mensen zijn na 14 dagen vrijgelaten. Maar ik heb nog mannen gekend, die in Brussel hebben gezeten, maar hun naam ken ik niet, en die kwamen af, in 1945 of aan het eind van 1944, te voet af van Brussel, 2 broers, mannen van de Kattestraat [de Pieter Frans Croes van de lijst van prof. De Wever?], hun naam ken ik niet, en die hebben misschien een paar maanden in Brussel vastgezeten, en ‘dat waren brave, dat waren toffe mannen zo’, die ene heeft nog een boekje zoals de Robbedoes [striptijdschrift] uitgebracht, die mannen van het verzet [hij bedoelt collaborateurs] die kregen geen werkvergunning na de oorlog, die mochten niet gaan werken, die hadden geen recht op pensioen, die hadden geen recht op kindergeld, op niets, de mannen die aangeklaagd waren na de oorlog, ze hadden geen recht om gaan te werken, je moet weten dat was niet zo evident, ik ken iemand van Mollem, die had negen kinderen, Staf dat ‘was een toffe gast’, die had onder de oorlog dat was een Duitse burgemeester, je kent dat, dat was een toffe gast, ze Staf, maar ja, hij had geen kindergeld, hij had niks, omwille van wat hij gedaan had, met een boekje Ons land, ging hij naar Jette, en Laken, om het te verkopen, en wat leuren met eieren en boter om zijn gezin ‘groot te krijgen’, 1 schepen of 2 schepenen van Asse dat zijn zijn zonen, ja dat was ‘geen deugniet’, maar ja … Ja maar, ja in een conflict zo neutraal mogelijk blijven, dat is alles wat ik zeg, dat is niet zo evident …
3.8: ‘Dat waren geen deugnieten’, dat waren ‘brave, toffe gasten’. Het zijn omschrijvingen die meermaals ook over Fred George in het interview met Paul de Bondt vallen. Aan het eind vermeldt hij zelfs de belevenissen van Droesbeke en diegene die hem zou verraden hebben in de auto van de Gestapo. Iets wat hij echt heeft gezien of iets wat hij zich meent te herinneren? Wie zal het zeggen?
3.9: interview – zie hierboven
Paul de Bont: Ja, maar, ja … In elk conflict gebeuren altijd zaken, tja… zoals Fons Bursens, ik heb met zijn vrouw, vanachter in de tachtig, negentig jaar vaak gezegd … Zijn vrouw: ‘Hoe dikwijls heb ik niet gezegd, Fons blijf daar buiten’, dat was een van Dendermonde, zo’n grote, ik heb ze allebei zien zitten in de auto van de Gestapo … jaja, och ja …
3.10: Elke aflevering van de podcast eindigen we met een kort literatuurfragment uit een roman of boek over collaboratie en verzet. Lees je mee?
Literatuurfragment nr. 3 – De draaischijf van Tom Lanoye (2022), p.19, door Amber Gysens (6 LaWi)
3.11: De politicus vertrekt van een vaststaand kader dat hij in de toekomst wil tot stand brengen. Hij beroept zich daarbij zo vaak op rechtschapenheid, gezond verstand en transparantie dat je weet dat het hem mangelt aan alle drie. Als ík ergens in geloof, dan is het in de leugen. De artistieke leugen. Het openlijke bedrog dat toneel heet en dat niet pretendeert de waarheid na te streven, omdat ‘waarheid’ pas echt bedrog is.
3.12: Outro: August De Boeck – Piano Concerto